Mevrouw is erg verzwakt na een dubbele longontsteking. Ze eet kleine beetjes. Ze krijgt sinds een aantal dagen bijvoeding, waarmee we hopen dat ze zal aansterken. Helaas vindt ze de bijvoeding niet lekker. Ik deel mijn zorgen met haar dochter. Ik denk dat ze niet meer beter wordt. Dochter herkent de zorgen en vraagt om de bijvoeding te stoppen. Geen levensverlengende behandeling meer. Dus ook geen antibioticakuur bij een nieuwe infectie.
De kistHoe anders verloopt het gesprek met de zoon van een meneer. Ik heb zijn zoon uitgenodigd voor een gesprek met hem en zijn vader. Het gaat niet goed met meneer. Hij eet sinds een aantal weken bijna niets. Ik zit achter mijn bureau en de deur van het kantoor staat open. Ik hoor zoon tegen zijn vader zeggen: “Als je niet eet Pa, dan ga je dood! Moet ik de kist alvast bestellen?” Snel loop ik naar het appartement om het gesprek samen te voeren, maar het kwaad is al geschied. Meneer zit met neergeslagen ogen, veegt onzichtbare kruimels van het tafelblad, als een kind dat terecht is gewezen.
OnvermogenMeneer heeft een paar jaar geleden een herseninfarct gehad. Sindsdien kan hij situaties niet goed overzien en is het taalbegrip afgenomen. Tegen zijn zoon zegt hij te willen blijven leven, maar die begrijpt niet waarom hij dan niet eet. Ik leg uit dat ik de indruk heb dat er geen sprake is van onwil maar onvermogen. Mogelijk heeft meneer last van bijwerkingen van de antibioticakuur. Dan zou hij zich de komende dagen beter moeten gaan voelen. Of hij heeft een nieuw klein infarct gehad, waardoor zijn smaak en eetlust zijn veranderd.
Gaandeweg het gesprek wordt zoon milder. Hij vraagt of zijn vader zin heeft in een toetje, zijn lievelings. Overtuigend zegt meneer “ja”. Na de eerste hap zie ik zijn gezicht vertrekken, het smaakt hem niet en hij stopt met eten.
De moeite waard’s Middags loop ik bij mevrouw binnen om naar haar longen te luisteren. Mevrouw zit ‘in de krul’ naast haar dochter mandala’s te kleuren. Mevrouw is in de afgelopen weken wonderbaarlijk opgeknapt. Ze geeft aan dat ze het leven echt weer de moeite waard vindt. De moeite waard om bij een longontsteking toch weer een antibioticakuur te krijgen. We maken nieuwe behandelafspraken, waarbij mevrouw zelf aangeeft dat ze niet naar het ziekenhuis wil als zij op haar hoofd valt of een heup breekt. Bij mensen met een gevorderd stadium van dementie is het risico op een delier levensgroot, bij iedere verandering of verstoring van het evenwicht. Het kan gaan om een verandering van de omgeving of een lichamelijk probleem. Naar het ziekenhuis gaan heeft geen meerwaarde voor haar kwaliteit van leven. Mooi dat ze dit zelf zo goed kan aangeven. Behandelafspraken staan niet in het beton gebeiteld.
Als ik door het bos wandel, vraag ik mij af hoe het zal zijn met meneer. Is hij toch iets meer gaan eten en knapt hij op, of zal hij steeds zwakker worden en gaan overlijden?
ZalmEen maand later zie ik meneer aan tafel zitten voor het ontbijt. Hij geniet zichtbaar van een cracker met zalm. Vrolijk als altijd, groet hij mij. Meneer is langzaamaan weer meer gaan eten. Wat een bijzonder en onvoorspelbaar vak heb ik. Ik stel tevreden vast, dat ik nog wat langer kan genieten van zijn vrolijke ochtendgroet en vleiende woorden.