Een tijd geleden belde ze weer, onze vaste 'vakantie cliënt' uit het hoge Noorden. Of dat we in de 4 Daagse week weer vier ochtenden kunnen helpen. “Want”,  vertelde ze, “Dan kan mijn man de 4Daagse weer meelopen." Ze belooft me dat ze haar rolstoel meeneemt. “Ik weet nog precies wat je vorig jaar tegen me hebt gezegd: We lopen niet meer naar de doucheruimte.”

Op de campingDoor haar opmerking denk ik automatisch aan hun laatste vakantieweek afgelopen juli. De eerste ochtend van hun vakantie staat mevrouw ingepland op mijn route. 

Het is een stralende dag. Mevrouw heeft de campingbeheerder al laten weten dat de wijkverpleging deze week voor haar komt, dus ik mag met mijn auto de camping oprijden tot aan hun caravan. Dat is fijn geregeld. Ik zie alleen maar vrolijke mensen op de camping. 

Eén grote familieMevrouw is blij mij te zien. Ze heeft alles al klaar staan om te gaan douchen. Mevrouw vertelt dat ze erg veel last van haar knieën heeft, waardoor ze slecht heeft geslapen. Maar dat mag de pret niet drukken. Vrolijk als ze altijd is, stapt ze uit de caravan. Ze legt haar zorgtasje op haar rollator en daar gaat ze. Op weg naar de doucheruimte wordt mevrouw door iedereen aangesproken. “Het voelt hier echt als één grote familie”, vertelt ze mij. “Wij staan al heel wat jaren op deze camping. We kennen onze buurkampeerders al meer dan 15 jaar. Elk jaar als we op vrijdag weer vertrekken, zeggen we tegen elkaar ‘Tot volgend jaar maar weer'." 

LopenHet lopen gaat erg langzaam. De camping ligt op heuvelachtig terrein en er is veel vals plat. Af en toe heeft mevrouw een rustmoment nodig. Ondertussen vertelt ze honderduit. Het is  altijd weer bijzonder hoeveel mensen je vertellen, ondanks dat je iemand vrijwel niet kent. 
Nadat mevrouw genoten heeft van haar douchemoment, lopen we weer terug naar de caravan.  Liepen we op de heenweg iets omhoog , Nu gaan we naar beneden. Hierbij moet ik mevrouw goed vasthouden, om te voorkomen dat de rollator ervandoor gaat. Een van de overburen ziet ons lopen en komt een handje helpen. Ook hij staat al jarenlang op deze camping.  Het is een vrolijke bedoening, zoals wij daar met z’n drieën over de camping lopen. 

Eenmaal in de caravan bespreken ik met mevrouw  het lopen van en naar de doucheruimte. Dat het op deze manier eigenlijk niet verantwoord is. Ik vraag of mevrouw een rolstoel heeft meegebracht. “Ja, die is er wel, maar die ligt in de auto”, vertelt ze lachend. “Ik zorg ervoor dat de rolstoel morgen klaar staat." "Dan hoeven we niet meer te lopen.”

Mooi beroepNadat ik afscheid heb genomen en terugloop naar de auto, bedenk me: “Wat heb ik een fantastisch mooi beroep, dat iemand dankzij onze zorg alsnog op vakantie kan gaan.” Ik kijk uit naar de komende 4 Daagse week.