Vijf jaar geleden ontmoette ik haar voor het eerst. Een vief, klein vrouwtje van toen 85 jaar, dat haar man beloofde dat hij altijd thuis kon blijven wonen. Haar man had net de diagnose dementie gekregen. Zelf liep ze scheef door wervelinzakkingen. En ze gebruikte altijd een opstapje in de keuken als ze in de bovenkastjes moest zijn.

Ik ondersteunde haar en haar man in het proces van de dementie en leerde ook haar kinderen kennen. Die waren heel betrokken en schoven af en toe aan bij onze gesprekken. Elke keer dat ik kwam, had ze heerlijke cake gebakken. Ze vond het moeilijk dat haar man niet meer goed at tijdens het avondeten. Gelukkig bleef hij wel haar zoete cakejes lekker vinden.

BelofteOndertussen zorgde ze steeds meer voor haar man die achteruit ging.  Professionele hulp wilde ze niet. Pas na veel aandringen accepteerde ze  huishoudelijke hulp en ging haar man naar een dagbesteding.

Haar belofte aan haar man, dat hij altijd thuis zou blijven wonen, heeft ze gehouden. Hij overleed heel plotseling aan een hartaanval. Na zijn dood was ze heel verdrietig. En voelde ze zich schuldig dat ze weleens op hem had gemopperd. Ik begeleidde haar bij haar rouw. 

Toen kreeg ze nog een wervelinzakking en ging ze een maand naar een herstelcentrum. Van het advies om thuis hulp te krijgen van de wijkverpleging wilde ze niets van weten. Wel wilde ze alarmering en hulp van de fysiotherapeut, zodat ze weer zelfstandig boodschappen kon doen. Dat lukte.

Theedrinken Ik kwam elke paar maanden om te kijken of ik iets voor haar kon doen. Elke keer was er cake en kon ik niets voor haar betekenen. Op een gegeven moment bleek dat ze kanker had. Behandeling was niet meer mogelijk. Gelukkig konden mijn collega van palliatieve zorg en mijn wijkteam de verzorging van mevrouw overnemen. We spraken af dat ik nog zou langskomen om thee te drinken. 

De dag voor onze afspraak viel ze. Ik belde haar: was het niet te veel dat ik kwam? Kon ik niet beter komen als ze wat hersteld was? We stelden onze afspraak uit. Helaas ging ze snel achteruit en overleed niet veel later. Nu voel ik me schuldig dat ik niet toch even langs ben gegaan.

Dag lieve vrouw, ik zal je missen!