Toen ik begin oktober begon in mijn nieuwe functie, wist ik dat na drie weken mijn begeleider, de specialist ouderengeneeskunde, op vakantie zou gaan. Wat moest ik dan doen als zij er niet was, vroeg ik mij af? Ik probeerde mijn stage te vervroegen, afspraken te maken met een verpleegkundig specialist wondzorg om mee te lopen, maar beiden lukte maar gedeeltelijk.
Alleen Voor de eerste dag “alleen” heb ik in overleg met mijn begeleider een aantal bewoners ingepland om het ingezette beleid te evalueren. Ik kom bij een vrouw die aanhoudend hoest en een zieke indruk maakt. In de afgelopen weken heb ik, samen met mijn begeleider, meerdere keren naar haar longen geluisterd en geen afwijkingen waargenomen, maar vandaag hoor ik crepiteren en wheezing. Ik neem contact op met de waarnemend arts en leg haar de casus voor. Zij adviseert om een antibioticakuur te starten. Ik ben verbaasd, omdat ik er vanuit ging dat ze naar de locatie zou komen om naar de longen van deze bewoner te luisteren. Zij vindt echter het klinisch beeld wat ik beschrijf al voldoende voor het starten van een kuur. Mevrouw is overgevoelig voor Penicilline, dus ik zoek uit wat het alternatief is en voer het antibioticum in in het medicatie voorschrijfsysteem. Hierbij moet ik ook rekening houden met de nierfunctie. Vervolgens checkt de arts of ik de medicatie juist heb ingevoerd.
Nieuwe bewoner
Ondertussen loopt op de gang een nieuwe bewoner ontredderd op en neer. Zij is een dag eerder hier naartoe verhuisd en is het er totaal niet mee eens. Ze is boos en heel verdrietig. Haar verdriet gaat bij iedereen door merg en been. Ik loop een stukje naast haar op de gang en probeer contact te maken. Ik stel voor om op een bankje te gaan zitten en ze vertelt wat haar zo boos maakt. Ze vertelt hoe ze het naar haar zin had in de vorige beschermd wonen locatie. Dit was een crisisopname, wat betekent dat iemand daar maximaal drie maanden kan blijven. Tijdens ons gesprek komt de vrouw korte tijd tot rust als zij vertelt hoe het was in haar vorige verblijfplaats. Al snel komt het verdriet in alle hevigheid terug. De psycholoog loopt langs en ik wenk haar. Ze mengt zich in het gesprek en neemt de vrouw mee naar haar eigen kamer om verder te praten. Later vertelde de psycholoog dat mevrouw meer tot rust was gekomen.
De dagen erna weten de verzorgenden mij steeds beter te vinden, ik vraag uit, doe lichamelijk onderzoek, overleg met de arts en start beleid. Dit is leuk! Het contact met de bewoners, verzorging, de verantwoordelijkheid en vrijheid voelen goed. Nu vind ik het haast jammer dat ik binnenkort stage ga lopen, net nu ik op mijn werkplek begin te wennen.
Geschreven door Hester Gerritsen, physician assistant in opleiding en hiervoor wijkverpleegkundige in Wijchen.