In mijn OK-pak loop ik achter de vaatchirurg aan de operatiekamer binnen. Tussen alle apparatuur, anesthesie- en OK-personeel ligt de patiënt. De chirurg stelt mij aan haar voor. Met mijn muts op en mondkapje voor, duurt het even voordat ze mij herkent. Ze vindt het prima dat ik bij de OK meekijk en zegt dat ze blij is dat er een einde komt aan de pijn.
In het ZZG Herstelcentrum Mevrouw was al maanden opgenomen in het Herstelcentrum. Tijdens mijn stage bezocht ik haar in de kielzog van de specialist ouderenzorg. Mevrouw had grote wonden op beide benen, die niet wilden helen. De bloedvoorziening naar haar benen is slecht door chronisch vaatlijden. Ook na het dotteren krijgt ze wondinfectie op wondinfectie in haar linkerbeen. Ze heeft veel pijn. Uiteindelijk besluit de vaatchirurg dat amputatie de enige juiste therapie is. Bij een onderbeenamputatie is de kans groot dat de wond op de stomp niet goed zal genezen, door de slechte bloedvoorziening. De chirurg kiest samen met mevrouw voor een bovenbeenamputatie.
SpannendHet is de laatste dag van mijn chirurgiestage. Ik heb geregeld dat ik op de OK mee mag kijken bij de amputatie. Onderweg naar het ziekenhuis vind ik het wel spannend. Ik hoop dat ik niet onderuit ga. De OK-assistente stelt mij bij voorbaat al gerust, dat ik het vooral moet aangeven als ik niet lekker word.
Gelukkig valt het mee. Ik blijf op de been en vind het machtig interessant wat ik allemaal zie. Mevrouw heeft door de slechte vaten in het been, heel veel collateralen (zijvaatjes) gevormd, die allemaal afzonderlijk worden dichtgeschroeid. De grotere slagaders worden afgebonden met hechtdraad. De vaatchirurg wijst een leerling OK-assistent en mij op de doorsnede van de grote zenuwbaan. Je kunt mooi de afzonderlijke zenuwvezels zien.
Als de stomp gehecht is, verlaat ik met de OK-assistenten de ruimte. Terwijl ik alle indrukken verwerk trek ik het OK-pak uit. Ik was graag met de patiënt meegegaan naar de verkoeverkamer om haar behandeling verder te volgen, maar ik voel dat ik ook echt toe ben aan mijn vakantie. Op de fiets naar huis besluit ik om mevrouw na mijn vakantie op te zoeken, als zij weer in het Herstelcentrum ligt voor revalidatie.
Een andere vrouwTwee weken later zie ik mevrouw terug. Ze is heel blij om mij te zien. Zegt dat ze het heel bijzonder vindt dat ik bij de operatie was. Dat is wederzijds, want het was voor mij heel indrukwekkend. Ik zie een hele andere vrouw, niet meer getergd door pijn, maar opgewekt en blij dat het pijnlijke been eraf is. Ze heeft nog wel wat last van een hematoom bij de wond en jeuk aan haar geamputeerde knie. Dat is allemaal goed te houden, aldus mevrouw. Ze is erg benieuwd naar alle details van de operatie en wat ik ervan vond. Daarna vertelt ze over hoe het was in het ziekenhuis. Hoe ze de zaalarts vroeg of er nog bacteriën in het bloed waren gevonden. Waarop hij antwoordde: “Een hele dierentuin!” Waarmee hij aangaf dat de amputatie onvermijdelijk was.
Ze bedankt mij meerdere keren dat ik naar haar toe ben gekomen. Voor mij is het goed om te zien dat ze goed herstelt. Het was een bijzondere ontmoeting: Mijn motivatie om de operatie bij te wonen was mijn eigen leerproces. Voor haar bleek het nabespreken heel waardevol.
Geschreven door Hester Gerritsen, physician assistant in opleiding